Coach en leraar
Onlangs las ik in de Volkskrant een artikel over Foppe de Haan die een onverwachte rentree maakte als coach van Heerenveen. In dat artikel (21-11-2015) ging het over zaken die een leraar
eigenlijk moet doen. De titel luidde dan ook: “ Je moet bereid zijn om iets 1000 x uit te leggen “. Het ging over “Kijken, luisteren, afpellen & opbouwen, lees coachen. Wijk af van je vaste patronen.”
Foppe de Haan is in 1e plaats geinteresseerd in de mens achter de speler. Ik roep ook altijd in trainingen: “Lees de wedstrijd! Kijk wie je voor je hebt!” Luister dus naar de spelers en probeer het allemaal te begrijpen: Wie is die speler? Dan pas de tactiek. Het afpellen gebeurt, wanneer je afwijkt van vaste patronen, dan komt de ware speler boven en kun je ’m weer opbouwen waar jij (als coach) ‘m wil hebben.
Twee zinnen sprongen voor mij uit het artikel:
(1) Als ik me stoor aan het gedrag van een speler, zeg ik er wat van. In het voetbal moeten we meer opvoeden.
(2) Veel coaches beginnen hun betoog met: ik vind. Nee, jij moet alleen iets vinden, als het de kern raakt
Deze twee zinnen raakten me daar we met jongens/ mannen ( meiden / vrouwen ook) vaak te weinig: Man & paard noemen en dat coachen eigenlijk de kern is. Iedereen heeft zo nu en dan een hand nodig om te blijven staan. ( Het ijzelt hier zo op dit moment en heb je die hand letterlijk nodig anders val je om!) En ook dat je leert van vallen en opstaan. Wijs hun de weg! Een coach is een leraar! Mannen, goede rolmodellen, broers, ooms, trainers noem maar op, zijn nodig om jonge mannen te coachen.